woensdag 19 juni 2013

Janou de Koster ging met Janneke op pad - de Fatimagrot

Bekijk hier het filmpje van Janou








De Fatimagrot



De Fatimagrot wordt ook wel de Mariakapel en Mariagrot genoemd.







De Fatimagrot ligt aan de rand van Oirsbeek tegen een beboste helling, op de  Boompjesweg. Ervoor ligt een grote open ruimte met banken. De afscheiding met het trottoir wordt gevormd door een keermuur van Kunradersteen en een plantsoen.



 



Hij is gebouwd tussen 1944 en 1946 uit dankbaarheid dat Oirsbeek uit de oorlog is gekomen. De ruimte was door de bevolking met handkracht uit de helling gehaald Heel Oirsbeek heeft op een of andere wijze bijdragen om de Fatimagrot tot stand te brengen. Het wordt dan ook niet voor niets de mooiste plek van Oirsbeek gevonden. Voor velen is het een vertrouwde plek om te bidden, een noveen te houden (een reeks van negen dagen waarop men op een bijzondere wijze tot God bidt, ter verkrijging van een gunst of ter voorbereiding op een grote feestdag), tot rust gekomen of een kaarsje aan te steken. De grot wordt dagelijks door vele mensen uit Oirsbeek en omgeving bezocht.



's Winters komen hier graag kinderen met hun (groot)ouders of vrienden sleeën.



















Het één der laatste werken van pastoor Joannes Jacobus Max Rhoen was het bouwen van de Fatimakapel. Door bemiddeling van pastoor Rhoen door de ongehuwde dames Maria Catharina Adelheid Paulssen en Maria Ludovicia Rosalia Paulssen woonde in de Schepenbank.









De geldinzameling was gestart voor de bouw van de Fatimagrot.



Op 30 augustus 1944 werd de eerste gift ontvangen van een onbekende gever. De schoolkinderen verleenden hun medewerking. Overal werden kleine Mariagrotjes door de kinderen opgericht met het opschrift: "voor de Mariakapel".



Uiteindelijk kwam er een geld bedrag van 294,20 gulden. Op 5 november datzelfde kaar werd door een pater van de orde der Montfortanen uit Schimmert in de kerk een vurige preek gehouden over de Mariaverering. De daaropvolgende collecte bracht 2024,75 gulden op. Dit bedrag was bestemd voor de bouw van de Fatimagrot. Daarna kregen ze nog 75 gulden.



In april 1945 kon uiteindelijk het werk beginnen. Peter Leinders nam de leiding, er werd met man en macht gegraven, bomen gekapt, grond afgevoerd etc. Iedereen in het dorp hielp mee. Als er gegraven moest worden werd een beroep gedaan op de schoolkinderen, de mijnwerkers, noem het maar op.



Door paard en kar ter beschikking te stekken zorgden de boeren voor de afvoer van de grond, evenals enkele mensen die toen een vrachtwagen hadden. Dit alles werd belangeloos gedaan.



Begin oktober van dat jaar werd een begin gemaakt met het metselwerk. De grote brokken Kunradersteen werden grof aangeleverd en moesten ter plaatse in lasbare en hanteerbare stenen gekapt worden. Bij dit werk kwam natuurlijk de ervaring van de mijnwerkens goed van pas.




















Bij al deze activiteiten bleef de plaatselijke toneelvereniging niet achter. Er werden verschillende extra uitvoeringen gegevensbank de opbrengst was voor de Mariagrot. Op 2 april 1945 mocht de comité 1133 gulden op de rekening bijschrijven. Daarbij kwam nog het drukwerk van Amstenrade met 179,65 gulden. Ook de parochiegemeenschap van Doenrade schonk 210,25 gulden.








In 1945 nam pastoor Rhoen zijn ontslag. Gebukt onder de last der jaren, vestigde hij zich bij de zusters in jet St.-Annagesticht te Echt. Op 8 februari 1947 is hij overleden in het ziekenhuis in Roermond. Hij werd opgevolgd door Pastoor Petrus Josephus Mathias Wolfs. Wolfs kwam op 14 oktober 1945 naar Oirsbeek en onder zijn bezielende leiding werd alles voortgezet



Het beeld in de Mariagrot werd gemaakt door beeldhouwer Charel Vos uit Maastricht. Het beeld werd geschonken door de R.K. Toneelvereniging Oirsbeek. De prijs bedroeg 1000 gulden. De Mariagrot werd toegewijd aan O.L.V. van Fatima (Portugal), de moeder van de vrede.








Op Hemelvaartsdag donderdag 30 mei 1946 vond onder grote publieke belangstelling van o.a. schoolkinderen, kerkelijk zangkoor, de fanfare St.-Gerlachus, de schutterij St.-Lambertus en andere verenigingen uit Oirsbeek en verder pastoors en kapelaans uit de omliggende kerkdorpen, de inzegening plaats van de Mariagrot. De preek werd gehouden door pater Budé en de gehouden collecte bracht 370,- gulden op.











De totale bouwkosten van de grot bedroegen 8889.98,- gulden. Tot en met 26 juni 1946 bedroegen de totale inkomsten 6385,31 gulden. Er was dus een nadelig saldo.



Op 27 juni 1946 besloten de comitéleden van de Mariagrot elk 100,- gulden te stemmen ter dekking van het saldo van 2504,67gulden.







Op 15 augustus 1999 vond om 10.30 uur aan de feestelijk versierde grot een twee heren Mis met ziekenzegening en kroetwusch wijding plaats, met medewerking van het Kerkelijk Gemengd Zangkoor, Koninklijke Schutterij St.-Lambertus en de harmonie St.-Gerlachus en ruim 350 belangstellenden. Vooral als men weet dat de laatste ziekenzegening aan de Mariagrot 25 jaar geleden was.



Wat nu deze Meimaand zeer actueel is: de Mariamaand:  het Rozenkrans bidden.



Iedere dag om 19.00u aan de Mariagrot (Fatimagrot) en dadelijk in Oktober weer.



Het eren van de Heilige Maagd Maria, door het aansteken van een kaarsje of noveenkaars.



Novena = Latijns voor 9 (negen). Noveengebed is een vast gebed negen opeenvolgende dagen met een bepaalde intentie. De traditie van het noveengebed vindt haar oorsprong



In het voortdurende gebed van Maria met de Apostelen.



De intentie van de Oirsbeekse bevolking is vooral het bidden voor genezing van een ziekte en/of  innerlijke kracht.



Zon noveengebed kan gericht zijn aan God, Jezus en Maria. Dat maakt eenieder in zn noveengebed maakt dat zelf uit aan wie men zn boodschap richt.



Pinksternoveen: hier werd beschreven, hoe de Apostelen samen met Maria, de moeder van de Heer, eensgezind bleven volharden tot aan de dag van Pinksteren, de komst van de Heilige Geest.



De Fatimagrot valt onder de kerkparochie St. Lambertus, die de beschermheilige van deze kerkgemeenschap is.

Melvin Ye op pad met Janneke – Het Chinese rechtzwaard: Jian

Bekijk hier het filmpje van Melvin






Vandaag gaat Janneke met mij terug in de geschiedenis naar het Oude China, waar we het gaan hebben over het Chinese rechtzwaard.
Een jian van 1100 – 256 v. Chr (32 cm)



De jian



De jian heeft een geschiedenis van minstens 3000 jaar. Jian is het Chinese woord voor het dubbelsnijdende rechtzwaard. Korte bronzen versies van dit wapen werden al ruim 2500 jaar geleden gebruikt op de slagvelden van de Lente en Herfst periode (8e tot 5e eeuw vóór Christus) waarin China nog bestond uit een aantal feodale staten. De jian is een veelzijdig zwaard dat goed kan snijden en steken. De jian is het enige erkende zwaard in de Chinese cultuur.


De ware Jian
Een groot verschil tussen de ware en de moderne flexibele jian is het gewicht en de balans. De balans ligt bij moderne zwaarden vaak erg dicht bij de grip en het gehele gewicht is erg laag, waar een ware jian een duidelijk voelbaar gewicht aan staal in de kling heeft.
Behalve een goed gewicht en een goede balans moet een zwaard een stevige kling hebben om de energie van een steekbeweging optimaal door te geven naar de punt, en is dus liever zo stijf mogelijk in plaats van flexibel.

Ware jian/ traditionele jian


Van zwaard naar sportartikel
In de geschiedenis van China is het herhaaldelijk voorgekomen dat genootschappen die zich bekwaamden in vechtkunst een rebellie startten, en sommigen van deze rebellieën kwamen zelfs zover de heersende elite omver te werpen. De communistische partij vond daarom dat in de 60-er jaren nodig was het volk te "ontwapenen". Het thema van de Culturele Revolutie was het verwerpen van oude normen en waarden en vormde een goed kader om ook de vechtkunst te veranderen. Het vrije gevecht werd verboden, met als reden dat het te competitief was. Zo ook werd de jian gevormd die wij vandaag de dag het meest zien: een licht flexibel zwaard, dat geen wapen meer is maar een sportartikel.
Jianshu